2.) Inspelen op de veranderende samenleving

De sleutel tot transitie ligt in het gegeven hoe we als team van elkaar willen leren hoe als leraar op open wijze te communiceren en te leren met elkaar en met de kinderen. Waar het veelal op de school ontbreekt is een open leerklimaat in het team zelf. Het lerend vermogen dat in hoge mate op de proef is gesteld door veranderingen die opgelegd zijn en dus ook uitgevoerd moeten worden, is uitgeblust.

We gaven reeds aan dat de sociaal-culturele omgeving steeds sneller verandert. Dat heeft zeker van doen met de emancipatiegolf die plaats heeft gevonden en nog steeds plaatsvindt. Ook kinderen zijn mondiger en kritischer daar hun geëmancipeerde ouders meer luisteren naar de stem van de kinderen. De leraar heeft heden ten dagen dus meer te maken met kinderen die mondiger zijn en die reageren en ook die weerstand bieden. Dat wordt veelal gezien als een probleem dat wordt afgeschoven op toegeeflijke ouders of op 'gewoon lastige kinderen'. Wat we in de praktijk zien is dat één groep leraren vasthoudt aan de autoritaire houding en een andere groep ook toegeeflijk is en vastloopt in het onderhouden van een positief werkklimaat. 

 

Gelukkig zijn er ook leraren die met de kinderen van deze tijd om kunnen gaan. Zij beschikken over een open houding, zijn empathisch, geven kinderen ruimte, maar kunnen ook optreden en samen met kinderen overleggen hoe met elkaar om te gaan. Deze leraren betrekken de kinderen ook vanzelf op een betrokken en betekenisvolle manier bij het leerproces. Zij hebben geen pestprogramma nodig maar creëren een betekenisvol speel/leerklimaat met succes ervaringen voor ieder kind en tevens een betrokken sociaal klimaat waarin een gelijkwaardige plek is voor ieder kind. Zijn we in staat om alle leerkrachten zo te laten werken?

 

De sociaal-maatschappelijke context vraagt wel om verandering. We dienen ons als onderwijs af te stemmen op dat wat de tijdsgeest van ons vraagt. Dat wil niet zeggen dat we alsmaar nieuwe programma’s die uit de samenleving voortkomen in ons programma opnemen. Maar dat vraagt wel dat we ons dienen te bezinnen op hoe de huidige samenleving eruit ziet, hoe de kinderen zich manifesteren en hoe we als onderwijs een rol kunnen spelen om een essentiële bijdrage te leveren aan een menswaardige samenleving.

 

We hebben namelijk altijd te doen met menselijke systemen en we dienen ons dit te realiseren.  Het menselijke systeem dient altijd menselijk en dus integer te worden behandeld en zo ook de omgeving waarin we leven. Wat we daarvoor nodig hebben is een stip op de horizon.

 

We zijn de hoeders van de aarde, ook al lijken we vaak meer op de exploiteerders van de aarde en van de mensen. Centraal daarin staat onze humaniteit. Daarin leven we ons leven in verbondenheid met anderen. 

Als menselijke systemen, zoals het onderwijs, overbelast worden; onder druk gezet worden; misbruikt worden, dan heeft dat ook zijn uitwerking op die mensen in dat systeem.

 

We onderkennen drie reactiepatronen op verandering:

 

  • De neurotische reactie:

Met daarin obsessieve controle; ontkenning van de complexiteit; voorspelbare en simpele (schijn)oplossingen; kortom vasthouden aan oude patronen.                                                                            

  • De psychotische reactie:

Afhaken en opgeven; nihilisme; geen zin meer in iets; desinteresse; desintegratie. 

  • De transformatieve reactie:                                                                    

Afstemmen; lerende instelling; geloof in groei en ontwikkeling; eigenaarschap voelen over de eigen ontwikkeling; aandacht op betekenisgeving; alles bezien vanuit een intermenselijk perspectief. 

 

De transformatieve reactie stelt ons in staat om samen vanuit eigenaarschap en dus tevens vanuit verantwoordelijkheidsgevoel ons onderwijs afte stemmen op de veranderende tijd.

 

De vraag die nu voor ons ligt is in hoeverre de Covid 19 pandemie deze afstemming vertraagt of versnelt.